De klesha (kleśā) zijn zowel in Boedhistische als in Hindoeistische teksten beschreven. Het betekent bezoedeling, verontreiniging of vergif. En het gaat over je geest die bezoedeld of verontreinigd is – het zijn mentale obstakels die je van verlichting afhouden: de realisatie dat alles één is en dat jij deel van het Goddelijke bent.
Zoals er ook verschillende chakra-systemen zijn, zijn er ook verschillende klesha systemen: met 3, 5 of nog veel meer klesha’s. Klesha’s kunnen gezien worden als verstorende emoties. Wanneer de waarheid begrepen wordt, hebben deze emoties een kracht meer om de geest te verstoren.
In alle yoga paden worden emoties dus niet gezien als iets dat je overkomt, die je soms overweldigen en waar je niets aan kunt doen. Je kunt je geest net als je lichaam trainen, en dus je hersenen ‘gespierder en sterker’ maken: andere neuropaden trainen waardoor je weldadige emoties cultiveert en voedt, bijvoorbeeld de Brahma Vihara. Uiteraard, net als bij sport, dit is iets om heel regelmatig te doen, niet alleen iets om over te lezen.
Ik ga nu even uit van een klesha-systeem met 5 verschillende emoties. Zoals ik in mijn vorige blog, waarom klagen je geen goed doet, schreef, zijn dit:
1. avidyā, onwetendheid, met daaruitvolgend:
2. asmitā, ego-bewustzijn
3. rāga, gehechtheden
4. dvesha, afkeren
5. abhinivesha, angst
klesha 1: Avidyā, Onwetendheid
De eerste van de klesha is de belangrijkste. Je zou kunnen zeggen dat het de paraplu is waar de andere 4 klesha’s onder vallen. Het is onwetendheid of verwarring. Hierbij moet je niet denken aan afwezigheid van kennis, of iets niet weten, maar echt een verwarring, een misvatting van de werkelijkheid. Het is de oorzaak van de andere 4 kleshas en je zou het kunnen zien als een fundamentele fout in ons denken, die in onze maatschappij mainstream is.
De misvatting gaat over de identificatie met dat wat vergankelijk is in plaats van dat wat eeuwig is.
Vergankelijk is alles wat wij waarnemen: de fenomenale wereld. Zoals ons lichaam, onze rol, onze persoonlijke bezittingen, omgeving en omstandigheden. Dit alles verandert, en doordat het verandert is het ook eindig. Zolang we blijven hopen dat dit een bron is van eeuwig geluk, hebben we last van deze klesha – we leven in onwetendheid.
Onwetendheid is zonde; een misvatting
In Christelijke termen zou je zeggen ‘we leven in zonde’, want volgens Eckhart Tolle betekende ‘zonde’ zoals het oorspronkelijk in de bijbel geschreven was, ‘de kern van de zaak missen’.
klesha 2 – 5: wat volgt uit onwetendheid
Klesha 2: Asmitā, ego-bewustzijn
Asmita, ego-bewustzijn, is een logisch gevolg dan onwetendheid. Als er geen gevoel van verbinding en éénheid, dan geloof je dat je afgescheiden bent. Door de identificatie met onze zintuiten en het geloof hierin leven we in de illusie dat we in ons lichaam wonen en een aparte persoonlijkheid hebben met onze eigen drama’s, gehechtheden, afkeren en angsten. We verwarren ons zelfbeeld, onze fysieke, emotionele en mentale staat van zijn, onze ongetrainde mind, met ons ware Zelf/ onze essentie.
Klesha 3 en 4: Rāga en dveṣa, voorkeuren en afkeren
Een deel van ons ego-bewustzijn zijn onze voorkeuren. Vanuit ons ego-bewustzijn voelen we ons aangetrokken tot bepaalde mensen, dingen, ideeëen. We benoemen dingen als ‘van ons’/ ‘mijn…’, streven naar het krijgen van iets en klampen ons vast aan iets of bewegen hemel en aarde om iets te behouden. Gevoelens zijn nostalgische verlangens of obsessieve passies.
Afkeren zijn het tegenovergestelde, maar geven een vergelijkbaar lijden. We willen iets per se niet, en wringen ons daardoor in allerlei bochten om deze dingen, mensen, omstandigheden te vermijden of er ver weg van te blijven. Gevoelens zijn onverschilligheid en haat.
Voor zowel voorkeuren als afkeren geldt een onwrikbaarheid, een halsstarrig blijven volhouden aan de maakbaarheid van je levensomstandigheden.
Klesha 5: abhinivesha, angst voor de dood
Angst voor de dood komt voort uit een onwetend vast willen houden aan het lichaam. Onwetendheid over de essentie, die eeuwig en onveranderlijk is, en een geloof in het ‘ik’, met zijn voorkeuren (om eeuwig in je lichaam te blijven, wat een vorm is en dus veranderlijk en niet-eeuwig) en afkeren (het afwijzen van het idee om je lichaam te verlaten).
Aan de slag: praktisch oefenen met de klesha Avidya, onwetendheid
Als je Avidya overwint, dan hebben de andere klesha’s ook geen invloed meer op je. Laten we hier meteen mee aan de slag gaan: beantwoord de volgende vragen en neem hier voldoende tijd voor:
Wat zou jij willen dat eeuwig zou duren?
Waar identificeer jij je mee?
Of waarvan zou je het gevoel hebben dat je een deel van jou kwijt bent als je het kwijt zou raken?
Alle antwoorden hierop behalve ‘niets’ wijzen op onwetendheid, de misvatting over de essentie van het leven. Je antwoorden geven je belangrijke inzichten in waar je kunt groeien naar openheid, éénheid en verbinding.
Als één van je antwoorden je lichaam is, dan kun je een heel mooie les uit Een cursus in Wonderen gebruiken (herhalingslessen 201 – 220):
I am not my body, I am free.
I am still how God created me.Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij.
Een cursus in Wonderen, 389 – 400
Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.
Meditatie: Herhaal deze zinnen (in het Nederlands of in het Engels, net wat je voorkeur heeft) een paar keer voor jezelf en voel dan de impact ervan. Blijf je hier 10 minuten op concenteren (zet even een timertje): op deze zinnen, of op het effect van deze zinnen wanneer je beseft dat het een diepe waarheid bevat.
Het kan een grote ruimte geven, een openheid. Vreugde, opluchting, rust in je hoofd en vitaliteit in je lichaam. Als er veel identificatie is met je lichaam, dan kan het in eerste instantie juist ongeloof of weerstand oproepen. Vooral dan is het goed om deze oefening liefst iedere dag of een paar keer per dag te herhalen.
In deze zinnen zou je natuurlijk ook ‘lichaam’ kunnen vervangen door één van je andere antwoorden op de bovenstaande vragen.
Graag lees ik in welke hoek jouw voornamelijke identificaties zitten, en welke impact de meditatie-zinnen op je hebben. Zet het hieronder even in het commentaar-vakje.
Ik had niet gedacht dat ik zo sterk identificeer met mijn lichaam, maar deze zinnen riepen aanvankelijk weerstand op. Het idee dat we niet onze lichamen zijn, maar eerder een vrij en spiritueel wezen, daar sta je niet dagelijks bij stil.
Het herhalen van de zinnen “Ik ben niet mijn lichaam, ik ben vrij” en “Ik ben nog steeds zoals God mij heeft geschapen” bracht ook een gevoel van ruimte, , vreugde en rust.
Persoonlijk zou ik kunnen ervaren dat deze meditatie me helpt om los te komen van mijn identificatie met mijn lichaam en meer te vertrouwen op mijn innerlijke zelf, mijn essentie.
Ik moest even de tijd nemen voor de vragen, toen kwam ik erachter dat ik mijzelf toch identificeer met mijn lichaam. De meditatie gaf mij een enorm gevoel van vrijheid, er kwam een grote ruimte in mij los.
Wat een interessante meditatie om te doen! Ik identificeer mij met mijn lichaam en vond het in eerste instantie heel vreemd en onwennig voelen om die identificatie los te laten. Een soort ongeloof van ‘ja, maar dat bén ik toch? Dat is wie ik ben voor mezelf en naar anderen toe’. Het onwennige gevoel maakte na een tijdje ook wel plaats voor een soort geruststelling. Geruststelling dat ik meer ben dan dat, dan mijn lichaam. Dat ik verder ga dan alleen mijn lichaam en dat er naast je lichaam nog veel meer is.